Verdriedubbeling patrimoniumtaks: dit moet je weten

Gepost op

De patrimoniumtaks of taks ter vergoeding der successierechten is een jaarlijkse belasting voor vzw’s en stichtingen. Zoals de naam impliceert, is dit een belasting ter vergoeding van het mislopen van successierechten: het vermogen van vzw’s en stichtingen verandert niet snel van eigenaar en gaat niet over via erfenis. Bijgevolg is hun vermogen niet onderworpen aan successierechten.  

Aangezien de patrimoniumtaks jaarlijks verschuldigd is, kan je het beschouwen als een vermogensbelasting. Het gaat namelijk over een belasting voor vzw’s en stichtingen met een vermogen van meer dan €25.000.   

De taks bestaat reeds sinds 1991 en is sindsdien veelal ongewijzigd gebleven. In 2024 treden er echter enkele wijzigingen in werking.  

Wijziging tarief 

De voornaamste een meest in het oog springende wijziging is de verhoging van het tarief van de patrimoniumtaks. Op vandaag is een vlak tarief van 0,17% van toepassing bij een vermogen van meer dan €25.000. Vanaf 2024 zal een progressief tarief worden toegepast.  

De vrijstelling wordt verhoogd tot €50.000. Op de schijf van €50.000 tot €250.000 is een tarief van 0,15% van toepassing. Van €250.000 tot €500.000 gaat het over een tarief van 0,30% en op alles boven €500.000 betaal je 0,45%.  

Vzw’s en stichtingen met een groot vermogen zullen daardoor (gedeeltelijk) in de hoogste schijf vallen waardoor hun huidige tarief bijna verdrievoudigt tot 0,45%.  

Belastbare basis 

De tarieven worden toegepast op de marktwaarde van het gehele vermogen van de vzw of stichting. De werkingsmiddelen van het komende jaar mogen wel in mindering worden gebracht.  

Onder de huidige regeling wordt ook voorzien in een uitzondering voor buitenlandse onroerende goederen. Deze uitzondering zal komen te vervallen. De wetswijziging voorziet wel in een mechanisme om buitenlandse belastingen te verrekenen zodat dubbele belasting wordt vermeden.  

Toepassingsgebied 

Zoals reeds vermeld, geldt de taks ter vergoeding der successierechten voor vzw’s en stichtingen. Om instellingen actief in de zorgsector te ontzien, voorziet de wetswijziging in een tempering. Wanneer minstens de helft van de omzet van de vzw/stichting komt uit handelingen in de zorgsector, wordt de belastbare basis verminderd met 62,3%. Op die manier wordt slechts 37,7% van het vermogen belast waardoor het tarief nog steeds maximaal 0,17% (37,7% x 0,45%) bedraagt.  

Na protest uit diverse kringen werd uiteindelijk ook nog voorzien in bijkomende uitzonderingen voor de sport- en cultuursector, het onderwijs en dierenasielen.  

Deadline aangifte 

De aangifte moet jaarlijks worden ingediend en betaald tegen uiterlijk 31 maart. Bij laattijdige (of foutieve) aangifte zijn er boetes van toepassing en op laattijdige betalingen worden interesten aangerekend.  

Blijf up to date!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks de belangrijkste updates!

Bij inschrijving gaat u akkoord met de privacyverklaring.